Er bestaan nog twee molens die dezelfde bouwdetails als de Wielewaal hebben en ook uit dezelfde tijd dateren. De kans is erg groot dat deze drie molens door dezelfde molenbouwer gebouwd zijn. Ik weet niet welke molenbouwer dit geweest is, maar als iemand het weet zou ik het graag horen. Verder zou ik graag weten of er nog meer van deze molens geweest zijn.
Op de zijkant van een vloerbalk in de molen staat Robertus Duffhues Dinther op een onlogische plaats. Het zou kunnen dat deze naam door de houthandel op het hout is gezet voor levering bij de bouw, waarmee dit wel eens de molenbouwer kon zijn. De naam R. Duffhues komt ook voor in het restant van de gecombineerde wind- en watermolen van Kilsdonk (Dinther)
De twee verwante molens zijn:
Molen de Raaf in Ravestein:
Bouwjaar 1857, gelijk aan De Wielewaal. De molen heeft een zolder meer onder de stelling. Gedeelte boven de stelling vrijwel identiek aan De Wielewaal. Aswiel eveneens 65 kammen, schijfloop 34 staven, 2 groter als De Wielewaal. Bouwwijze van het spoorwiel met de eigenaardige hoekstukken en verdikking van de kruisarmen om de koning is identiek. Model, grootte en plaatsing van de ramen en deuren in de molenromp is identiek. Een van de pasbalken van de steenkoppels heeft net als bij de Wielewaal aan het bewegende eind een oogbout die om een stukje rond ijzer geleid, dat aan een enkele houten steun is vastgetimmerd, een constructie die ik verder alleen nog maarin Hernen en Oss heb gezien., Het model van de kap lijkt (leek) ook op die van "De Wielewaal" met een windpeluw die sterk naar binnen ligt. Vlucht evenals De Wielewaal 25,5 meter. Plaatsing van de trap naar de steenzolder is gelijkwaardig, Of er ook een tweede trap is geweest is niet meer vast te stellen door rigoreuze vernieuwing van de zolders bij recente restauraties, maar niet onwaarschijnlijk.
Molen Zeldenrust in Oss
Deze molen lijkt nog meer op De Wielewaal dan De Raaf. Bouwjaar 1860. Bovenwiel ook hier 65 kammen, wieg 32 kammen, precies gelijk aan De Wielewaal. Wederom 25,5 meter vlucht. De kap had voor de restauratie een identiek model als De Wielwaal, maar is nu "verhollandsd" door de windpeluw veel verder naar buiten te leggen. De kap is helaas totaal vernieuwd zonder de oorspronkelijke maten en vormen over te nemen. Het bovenwiel is nog wel origineel en indentiek aan het wiel van de Wielewaal. Grootte en verdeling van ramen en deuren is ook hier weer gelijkwaardig, met als afwijking dat de ramen van de steenzolder niet boven de deuren, maar boven de ramen van de maalzolder zitten en er minder roedenverdeling in de ramen zit.
Inwendig lijkt de molen vanaf de stellingzolder als twee druppels water op de Wielewaal. Het spoorwiel is gelijk van constructie met de hoekstukken in de plooien en de verdikking van de kruisarmen om de koningsspil. De Zeldenrust heeft nog steeds drie koppels stenen. Alle pasbalken zijn voorzien van een oogbout om een ijzeren staaf aan de bewegende kant zoals ook in de Wielewaal en de Raaf. Er is nog maar 1 trap van de maalzolder naar de steenzolder, maar de plaats van de tweede trap is nog duidelijk herkenbaar. Plaatsing van de maalbak aan 1 kant van de stellingdeur en het lichtouw aan de andere kant van de deur is hier nog aanwezig en was op de Wielewaal ook oorsponkelijk zo op twee steenkoppels. Verrassend is dat ook hier een luitafel aanwezig is waar de gaten van de kammen voor een kammenluiwerk nog inzitten. Kennelijk hadden zowel de Wielewaal als de Zeldenrust oorspronkelijk een kammenluiwerk, dat later is omgebouwd tot sleepluiwerk.
Kampers molen in Helmond:
Gezien het model romp en kap op de foto behoorde deze molen misschien ook tot de familie. De molen werd in 1920 afgebroken.
